Literatuur
- Zwiers, L., Bouwkundig Woordenboek. Eerste deel: A-K. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [685 blz. ISBN -]. Hierin "Kegel": blz. 612 ("Kegelsnede": Wanneer een kegel een cirkel als grondplan heeft, is het een 'rechte cirkelvormige kegel'. "De snijding van een plat vlak, dat een hoek, verschillend van 90º, maakt met de as, geeft een kegelsnede. Deze is, bij een rechte cirkelvormige kegel, al naar de helling van het snijdingsvlak: eerst een ellips; loopt het snijdingsvlak evenwijdig met een beschrijvende lijn (door de top T) van den kegel, dan is de kegelsnede een parabool (één tak). Draait men het snijdingsvlak nog verder door, dan verkrijgt men als kegelsnede een figuur met twee takken, een hyperbool" - dit is de relevante tekst volledig)